Integriteit

Wet bescherming klokkenluiders.

Onder integriteit valt het schenden van integer handelen maar ook misstanden in de organisatie. Denk bijvoorbeeld aan verduistering, doorspelen van bedrijfsgevoelige informatie, machtsmisbruik, gevaar voor aantasting van het milieu, gevaar voor veiligheid van personen, e.d. Het probleem doet zich vaak in eerste instantie voor in de organisatie en niet bij de melder zelf. De melder is degene die het signaleert, de getuige of de omstander. Dit neemt niet weg dat de melder zelf ook negatieve gevolgen kan ondervinden van de integriteitsschendingen.

Op integriteitskwesties is de “Wet Bescherming Klokkenluiders” van toepassing. Deze wet regelt de mogelijkheden en de bescherming van medewerkers welke een misstand willen melden. Organisaties van meer dan 50 medewerkers zijn verplicht om een interne meldregeling integriteit te hebben. Het meldpunt zal altijd een directe vertegenwoordiger van de organisatie zijn (bv. Hoofd HR of directielid) en nooit de vertrouwenspersoon.

In de nieuwe wetgeving is opgenomen dat een melder niet per definitie eerst intern hoeft te melden, doch ook direct bij een bevoegde autoriteit mag melden. Wel kan worden aangegeven dat het in het belang is van werkgever én melder om zoveel mogelijk intern te melden. De misstand kan dan het snelst worden aangepakt.

Werkwijze van de vertrouwenspersoon bij Integriteitsschendingen:

  • Biedt ruimte aan melder voor het verhaal en de gevoelens.
  • Spart met de melder en maakt samen met melder afweging over wel/niet formeel melden.
  • Samen met de melder kijken of er sprake is van een redelijk vermoeden van misstand.
  • Samen met de melder de melding op schrift stellen.
  • Melding doorzetten naar de organisatie.
  • Fungeren als brugfunctie tussen melder en onderzoeken van het vermoeden van de misstand.